week 49, Leny Provoost
Ringrijden is een folkloristische traditie waarbij men, gezeten te paard, een lans door een ring probeert te steken. Deze traditie wordt nog in veel plaatsen in Zeeland (met name op Walcheren) als volkssport beoefend. Helaas gooide Covid-19 roet in het eten en bleven de banen leeg........ Iets waar een paar schaapjes dankbaar gebruik van maakten!
week 48, Leny Provoost
Zes-rijig snoer bloedkoralen met filigrain slot met kraalhaak, +/- 1900 - 1915 . De kralen zijn geregen op draad. Dit snoer werd gedragen bij de Zuid Bevelandse dracht, zowel bij Protestanten als Katholieken. Met dank aan juwelier Minderhoud, Westkapelle.
week 47, Leny Provoost
Een mooi gezelschap op de dijk bij Westkapelle. De meisjes vooraan dragen een kinder- of lange muts. Deze muts is gemaakt van broderie en heeft een op de rug hangende strook die soms met een strik is versierd. Dit hangt af van welk men dorpt men komt. Het haar wordt in een scheiding gedragen. Vanaf haar 15e jaar gaat het meisje de volwassen muts dragen.
week 46, Leny Provoost
Bij het ringrijden dragen de paarden versierde manen en ‘eslinterde’ (Nieuw- en Sint-Joosland) of ‘breistaerte’ (Koudekerke) staarten. Daarmee zijn aparte prijzen te winnen. Voor het versieren worden linten, pompoenen (wolbolletjes), wolletjes, strikjes, enzovoort gebruikt. Bij lange staarten moeten er drie vlechten aanwezig zijn, bij korte staarten één. Meestal wordt er bij de toekenning van prijzen onderscheid gemaakt tussen de koudbloeden (trekpaarden) en de warmbloeden. Met dank aan Peter Maranus en [...]
week 43, Leny Provoost
Lodderijnflesje met gouden plaatje en gouden dop. Op de achtergrond een leren doosje waar het flesje in bewaard werd. Lodderijnflesjes, of reukflesjes, werden door de boerinnen gebruikt om reukwater in te doen. De flesjes werden met een zakdoek in de beugeltas gedaan om o.a. mee te nemen naar de kerk.
week 42, Leny Provoost
Middelburgse dracht, bultmuts met ondermuts, oorijzer, krullen en strikken. In de muts zijn twee varianten te onderscheiden: de bultmuts en de sluier- of staartmuts. Hiervoor bestaan verschillende benamingen. De muts was vroeger gemaakt van geborduurde tule of kant, later werden ze van feston of broderie gemaakt. Aan de haardracht kun je overigens ook zien of het een meisje of een volwassen vrouw betreft: meisjes dragen het haar vanuit het midden [...]
week 41, Leny Provoost
Aan het begin van de 19de eeuw bezaten veel rijke boeren een mes met een zilveren heft. Een arme boer of arbeider kon zo’n duur mes onmogelijk betalen. Vooral na het midden van de 19de eeuw raakten messen met houten heften in zwang. Het snijwerk waarmee ze werden versierd, is een vorm van volkskunst. Een mes met een zilveren heft bleef een statussymbool bij uitstek. Heel rijke boeren droegen de [...]
week 40, Leny Provoost
Van links naar rechts: Rouwklokken (granaat met goud), dubbele strik met parel (+/- 1900), enkele strik met waaier en parel (+/- 1900), enkele strik met parel (+/- 1875). Strikken en rouwklokken werden op zondag aan de krullen gehangen bij de Walcherse dracht. Met dank aan Juwelier Minderhoud, Westkapelle.
week 39, Leny Provoost
Onlosmakelijk verbonden met Zeeland en de klederdracht: Het Zeeuwse trekpaard. Nu werkt een enkele boer nog met het Zeeuwse trekpaard en zijn ze verder vooral geliefd bij hobbyhouders. Bij het rienkrieje, sjeesjerijden en de straô zijn de dieren immer van de partij. Fotomodel is Cato van KleinVlaanderen, met dank aan haar eigenaar Rianne Lous.
week 38, Leny Provoost
Op iedere boerderij werden er vroeger in Zeeland babbelaars gemaakt; een ware traktatie. De ingrediënten waren immers overal voorhanden; boter, suiker azijn en water. Ieder eiland had weer een ander naam voor de babbelaar: smousje, plakje, spekjes, blokje, kokkiene en kussentje. Babbelaar komt van ‘babbelen’; aanhoudend praten en ‘de kaken bewegen’. In 1892 begon suikerbakker Diesch met het maken van dit snoepje! . Vanaf de jaren 20 van de vorige [...]
week 36, Leny Provoost
Van links naar rechts: Doekspelden, zilver Zeeuwse knop en rouwspelden, +/- 1910, Walcheren. Cantillespelden, Zuid Beveland ong. 1920, Katholieke dracht. Torenspelden, Arnemuiden, Tholen, Zuid Hollandse eilanden, Noord Beveland ong, 1965. Rouwspelden Zuid Beveland ong. 1915, Protestantse dracht. Massieve facetspelden, balspelden of geslepen spelden, ong. 1910, Walcherse dracht. Met dank aan Juwelier Minderhoud Westkapelle.
week 33, Leny Provoost
Een paar gouden strikken met parels, deze werden op zon- en feestdagen aan de krullen gehangen. Walcherse dracht. Met dank aan het Polderhuis, Westkapelle.
week 32, Leny Provoost
Oorijzer (zilver) met gouden stikken, Zuid Beveland, 1917 en een oorijzer (zilver) met gouden krullen, Walcheren, 1905. (met dank aan juwelier Minderhoud Westkapelle)
week 29, Leny Provoost
Gouden voorhoofdsnaald, 19e eeuw, Walcherse dracht. Een ongetrouwde vrouw stak de naald links onder de muts in, een getrouwde vrouw rechts. Met dank aan Piet Minderhoud (juwelier Minderhoud Westkapelle)
week 27, Leny Provoost
Gebreide beurs met zilveren beugel. Datum: eind 1800. De rocailles werden op garen geregen volgens een patroon waarna met elke breisteek een kraal werd mee gebreid. Dergelijke beurzen werden in heel Nederland bij allerlei klederdrachten gebruikt, maar de zevenpuntige ster was uniek voor Zeeland. Met dank aan juwelier Minderhoud te Westkapelle.
week 26, Leny Provoost
One of a kind, een voorbeeld van ambacht gecombineerd met streeksieraad en modern. Ontwerp en uitvoering: Angelique van Rooijen (goudsmid). Met dank aan Angelique en juwelier Minderhoud Westkapelle.
week 23, Leny Provoost
Kaphoed, ca. 1875, gemaakt van fijn Italiaans stro, gevoerd met zijde en versierd met zijden linten. Onder de muts werd een gouden voorhoofdsnaald gedragen. Zat deze links was de dame in kwestie niet getrouwd, droeg ze hem rechts, dan was ze wel getrouwd.
week 21, Leny Provoost
Meanderpet, klederdracht mannen. Op Westkapelle werd deze door de mannen scheef op het hoofd gezet.
week 20, Leny Provoost
Snoer met 5 rijen granaat en gouden slot met schulprand. Gedragen door mijn opoe Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion
week 19, Leny Provoost
De filigrain onderkant van twee mutsenspelden, derde speld is een massieve facetspeld. Doordeweeks werden er twee spelden in de muts gestoken, op zondag kwam de derde (en grootste) speld erbij. Met dank aan Jeanine van Marion.
week 18, Leny Provoost
Hemdrok en beuk, Zuid Beveland (Protestantse dracht). Over het hemdrok werd een beuk gedragen die aan het hemdrok wordt vastgespeld. Over de beuk wordt een grote diagonaalsgewijze gevouwen driekante doek gedragen, die geheel is geplooid. Deze doek wordt met spelden vastgezet aan hemdrok en beuk.
week 15, Leny Provoost
Vijf rij bloedkoraal snoer met gouden slot. Gedragen door mijn opoe, Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion.
week 14, Leny Provoost
Bakblik Zeeuwse knop, ontworpen door Tinka Leene.