week 45, Leny Provoost
Walcheren, zondagse dracht boeren: Op het hoofd draagt men een ronde viltenhoed, die wat weg heeft van een bolhoed, maar platter, ook wel een "slae'oedje" genoemd. Onder de hoed ligt een blauwe/ groene halsdoek die wordt gesloten met een platte knoop. Met dank aan Peter Maranus.
week 44, Leny Provoost
Het haar wordt voor in een brede rol, boven het voorhoofd gedragen, dit noemen we het strêêksel. Het haar zit netjes gekamd strak over de rol en valt aan de zijkanten geleidelijk weg. Vrouwen die een valse haarstreng dragen, zorgen er voor dat hun eigen haar volledig is weggewerkt aan de voor- en zijkant of dat het onzichtbaar is weggewerkt in het strêêksel. (tekst: De Zeeuwse Ringrijders Vereniging). Met dank [...]
week 40, Leny Provoost
Van links naar rechts: Rouwklokken (granaat met goud), dubbele strik met parel (+/- 1900), enkele strik met waaier en parel (+/- 1900), enkele strik met parel (+/- 1875). Strikken en rouwklokken werden op zondag aan de krullen gehangen bij de Walcherse dracht. Met dank aan Juwelier Minderhoud, Westkapelle.
week 37, Leny Provoost
Grijze pluchen omslagdoek, deze werd voor 'netjes' gedragen. Er over hangt een halsdoekje van kunstbreiwerk. Met dank aan Jeanine van Marion.
week 33, Leny Provoost
Een paar gouden strikken met parels, deze werden op zon- en feestdagen aan de krullen gehangen. Walcherse dracht. Met dank aan het Polderhuis, Westkapelle.
Week 29 Angelique Theune
landbouw
week 29, Leny Provoost
Gouden voorhoofdsnaald, 19e eeuw, Walcherse dracht. Een ongetrouwde vrouw stak de naald links onder de muts in, een getrouwde vrouw rechts. Met dank aan Piet Minderhoud (juwelier Minderhoud Westkapelle)
week 28, Leny Provoost
Van links naar rechts: Schort om in te werken, schort voor netjes en de zondagse schort. De laatste is van merinoswol en de zijkanten zijn afgezet met zwart galon.
week 25, Leny Provoost
Rouwdracht, lichte rouw. De beuk is van zwarte stof met een licht motief. (met dank aan Jeanine van Marion)
week 22, Leny Provoost
Grôôs op Zeeland!
week 20, Leny Provoost
Snoer met 5 rijen granaat en gouden slot met schulprand. Gedragen door mijn opoe Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion
week 19, Leny Provoost
De filigrain onderkant van twee mutsenspelden, derde speld is een massieve facetspeld. Doordeweeks werden er twee spelden in de muts gestoken, op zondag kwam de derde (en grootste) speld erbij. Met dank aan Jeanine van Marion.
week 17, Leny Provoost
Ondermuts, Walcherse dracht. Gemaakt van Zwitserse broderie. Met dank aan Jeanine van Marion.
week 15, Leny Provoost
Vijf rij bloedkoraal snoer met gouden slot. Gedragen door mijn opoe, Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion.
week 10, Leny Provoost
Jak, Walcherse dracht. Gemaakt van Franse of Schotse merinoswol. De korte mouwtjes zijn afgewerkt met een strook fluweel, Met dank aan Jeanine van Marion.
week 08, Leny Provoost
Koperen plooi-ijzer waarmee de achterkant van de lagette, de bovenmuts, geplooid werd. Een tijdrovend en uiterst precies werkje.
week 07, Leny Provoost
Oorijzer (zilver) met gouden krullen, Gedragen door mijn opoe, Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion