week 16, Leny Provoost
Klompen, de schoen van de armen.
Klompen, de schoen van de armen.
Vijf rij bloedkoraal snoer met gouden slot. Gedragen door mijn opoe, Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion.
Gouden halsknop, omgezet naar broche. In een groot deel van Zeeland, maar ook op de Veluwe (Urk en Staphorst) kwam dit model knopen voor. Privébezit.
Jak, Walcherse dracht. Gemaakt van Franse of Schotse merinoswol. De korte mouwtjes zijn afgewerkt met een strook fluweel, Met dank aan Jeanine van Marion.
Gouden torenspelden, gedragen in Arnemuiden. Deze spelden werden ook gedragen op Nw en St Joosland, Tholen en de ZH eilanden. Met dank aan Angelique van Rooijen (goudsmid) en juwelier Minderhoud in Westkapelle.
Koperen plooi-ijzer waarmee de achterkant van de lagette, de bovenmuts, geplooid werd. Een tijdrovend en uiterst precies werkje.
Oorijzer (zilver) met gouden krullen, Gedragen door mijn opoe, Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion
Zilveren broekstikken Walcherse dracht (gedragen door Abraham Kleinepier)
Walcherse dracht: Ondermuts met knopspelden, krullen en strikken. Links de lagette, die over de ondermuts werd gezet.