week 32, Annemiek Langelaar
Groenteveiling Broek op Langedijk
week 48, Leny Provoost
Zes-rijig snoer bloedkoralen met filigrain slot met kraalhaak, +/- 1900 - 1915 . De kralen zijn geregen op draad. Dit snoer werd gedragen bij de Zuid Bevelandse dracht, zowel bij Protestanten als Katholieken. Met dank aan juwelier Minderhoud, Westkapelle.
week 47, Leny Provoost
Een mooi gezelschap op de dijk bij Westkapelle. De meisjes vooraan dragen een kinder- of lange muts. Deze muts is gemaakt van broderie en heeft een op de rug hangende strook die soms met een strik is versierd. Dit hangt af van welk men dorpt men komt. Het haar wordt in een scheiding gedragen. Vanaf haar 15e jaar gaat het meisje de volwassen muts dragen.
week 45, Leny Provoost
Walcheren, zondagse dracht boeren: Op het hoofd draagt men een ronde viltenhoed, die wat weg heeft van een bolhoed, maar platter, ook wel een "slae'oedje" genoemd. Onder de hoed ligt een blauwe/ groene halsdoek die wordt gesloten met een platte knoop. Met dank aan Peter Maranus.
week 44, Leny Provoost
Het haar wordt voor in een brede rol, boven het voorhoofd gedragen, dit noemen we het strêêksel. Het haar zit netjes gekamd strak over de rol en valt aan de zijkanten geleidelijk weg. Vrouwen die een valse haarstreng dragen, zorgen er voor dat hun eigen haar volledig is weggewerkt aan de voor- en zijkant of dat het onzichtbaar is weggewerkt in het strêêksel. (tekst: De Zeeuwse Ringrijders Vereniging). Met dank [...]
week 41, Leny Provoost
Aan het begin van de 19de eeuw bezaten veel rijke boeren een mes met een zilveren heft. Een arme boer of arbeider kon zo’n duur mes onmogelijk betalen. Vooral na het midden van de 19de eeuw raakten messen met houten heften in zwang. Het snijwerk waarmee ze werden versierd, is een vorm van volkskunst. Een mes met een zilveren heft bleef een statussymbool bij uitstek. Heel rijke boeren droegen de [...]
week 40, Leny Provoost
Van links naar rechts: Rouwklokken (granaat met goud), dubbele strik met parel (+/- 1900), enkele strik met waaier en parel (+/- 1900), enkele strik met parel (+/- 1875). Strikken en rouwklokken werden op zondag aan de krullen gehangen bij de Walcherse dracht. Met dank aan Juwelier Minderhoud, Westkapelle.
week 37, Leny Provoost
Grijze pluchen omslagdoek, deze werd voor 'netjes' gedragen. Er over hangt een halsdoekje van kunstbreiwerk. Met dank aan Jeanine van Marion.
week 36, Leny Provoost
Van links naar rechts: Doekspelden, zilver Zeeuwse knop en rouwspelden, +/- 1910, Walcheren. Cantillespelden, Zuid Beveland ong. 1920, Katholieke dracht. Torenspelden, Arnemuiden, Tholen, Zuid Hollandse eilanden, Noord Beveland ong, 1965. Rouwspelden Zuid Beveland ong. 1915, Protestantse dracht. Massieve facetspelden, balspelden of geslepen spelden, ong. 1910, Walcherse dracht. Met dank aan Juwelier Minderhoud Westkapelle.
week 35, Leny Provoost
Klederdracht Walcheren. Kostuum links is van ong. 1790. Ze draagt een schelphoed met daaronder een voorhoofdsnaald. In de 18e eeuw droeg men bij zeer bijzondere gelegenheden een zgn. 'sticklieff', dat van baleinen voorzien over de onderkleding werd gedragen. Het was een mouwloos rijglijf, meestal van prachtige damast, waarover men een zeer kort beukje droeg, zodat het onderste deel van het sticklieff geheel zichtbaar bleef. Op de buik eindigde het sticklieff [...]
week 34, Leny Provoost
Zwarte pluche omslagdoek. Deze doeken werden door de boerinnen gedragen wanneer het koud was. Het was eigenlijk hun jas.
week 32, Leny Provoost
Oorijzer (zilver) met gouden stikken, Zuid Beveland, 1917 en een oorijzer (zilver) met gouden krullen, Walcheren, 1905. (met dank aan juwelier Minderhoud Westkapelle)
week 29, Leny Provoost
Gouden voorhoofdsnaald, 19e eeuw, Walcherse dracht. Een ongetrouwde vrouw stak de naald links onder de muts in, een getrouwde vrouw rechts. Met dank aan Piet Minderhoud (juwelier Minderhoud Westkapelle)
week 28, Leny Provoost
Van links naar rechts: Schort om in te werken, schort voor netjes en de zondagse schort. De laatste is van merinoswol en de zijkanten zijn afgezet met zwart galon.
week 27, Leny Provoost
Gebreide beurs met zilveren beugel. Datum: eind 1800. De rocailles werden op garen geregen volgens een patroon waarna met elke breisteek een kraal werd mee gebreid. Dergelijke beurzen werden in heel Nederland bij allerlei klederdrachten gebruikt, maar de zevenpuntige ster was uniek voor Zeeland. Met dank aan juwelier Minderhoud te Westkapelle.
week 25, Leny Provoost
Rouwdracht, lichte rouw. De beuk is van zwarte stof met een licht motief. (met dank aan Jeanine van Marion)
week 24, Leny Provoost
Paeremes (paardenmes), gedragen door de boeren op Walcheren, Zuid Beveland en ook in Axel. Bovenop (de bekroning) was meestal een paard of een stel paarden afgebeeld, vandaar de naam paeremes. Het mes werd gedragen in een langwerpige zak die in de zijnaad van de broek was genaaid. Het fraai bewerkte heft stak er goed zichtbaar bovenuit, want het mes was ook bedoeld om ermee te pronken. Met dank aan museum het [...]
week 23, Leny Provoost
Kaphoed, ca. 1875, gemaakt van fijn Italiaans stro, gevoerd met zijde en versierd met zijden linten. Onder de muts werd een gouden voorhoofdsnaald gedragen. Zat deze links was de dame in kwestie niet getrouwd, droeg ze hem rechts, dan was ze wel getrouwd.
week 22, Leny Provoost
Grôôs op Zeeland!
week 21, Leny Provoost
Meanderpet, klederdracht mannen. Op Westkapelle werd deze door de mannen scheef op het hoofd gezet.
week 20, Leny Provoost
Snoer met 5 rijen granaat en gouden slot met schulprand. Gedragen door mijn opoe Elizabeth de Pagter-Verhulst. Met dank aan mijn schoonzus, Jeanine van Marion
week 19, Leny Provoost
De filigrain onderkant van twee mutsenspelden, derde speld is een massieve facetspeld. Doordeweeks werden er twee spelden in de muts gestoken, op zondag kwam de derde (en grootste) speld erbij. Met dank aan Jeanine van Marion.